Frida Kahlo werd geboren in Coyoacán, tegenwoordig een wijk van Mexico-Stad, als dochter van een fotograaf. In 1913 werd ze op zesjarige leeftijd getroffen door kinderverlamming aan haar rechterbeen. Dit was de bron van een aantal complexen die ze haar hele leven zou meedragen. Het enige naakt van haar dateert uit 1930 en toont haar zittend op een stoel, haar magere been onder het andere, zodat haar handicap niet opvalt. Het is geschilderd door haar echtgenoot Diego Rivera.
Op 17 september 1925 werd de bus waarmee de dan achttienjarige Kahlo door Mexico-Stad reed aangereden door een tram. Een stuk stalen leuning drong haar lichaam binnen door haar linkerzij en kwam er langs haar vagina weer uit. Haar ribben en heup waren gebroken, haar slechte been was op elf plaatsen gebroken, haar ruggengraat was op diverse plaatsen gebroken, en haar voet was verbrijzeld. Maandenlang moest ze in bed blijven, ingekapseld in pleisters en verband, vechtend tegen de pijn. Ze besloot om te gaan schilderen. Kahlo’s moeder liet spiegels aan haar ziekbed vastmaken zodat Kahlo zichzelf kon schilderen. Ondanks de hinder van korsetten en krukken kwam ze na haar herstel weer buiten en zocht ze vrienden op. Door het ongeluk dat haar bekken brak, kon ze geen voldragen kinderen baren. Een zwangerschap resulteerde in een pijnlijke miskraam.
Op 21 augustus 1929 trouwde Kahlo met Diego Rivera. Diens ex-vrouw, Lupe Marin, trachtte het trouwfeest te verstoren. Kahlo’s zus Christina bekende in de zomer van 1934 dat ze een verhouding had met Diego Rivera. Kahlo verliet daarop Diego, maar het echtpaar hertrouwde na een heftige strijd alsnog op 8 december 1940. Het eigenaardig huwelijkscontract stipuleerde echter dat Kahlo geen seksuele omgang meer hoefde te hebben met haar man. Later zou zij spreken van “twee zware ongelukken in mijn leven (…) één waarin een tram me aanreed, het andere was mijn man.”
Kahlo en Rivera hadden veelvuldige buitenechtelijke affaires; Kahlo zowel met mannen als met vrouwen. Tot haar minnaars behoorden de naar Mexico gevluchte Russische revolutionair Leon Trotski, de New Yorkse fotograaf Nickolas Muray (1892-1965), die een serie indrukwekkende foto’s van haar maakte, en de Japans-Amerikaanse landschapskunstenaar Isamu Noguchi.
Het paar was zeer actief in de Mexicaanse Communistische Partij (PCM). Nadat zij echter Trotski, die de Sovjet-Unie was ontvlucht, in huis opvingen, werden beiden uit de communistische partij uitgestoten. Kahlo bleef echter actief als communistisch activiste; nog een paar weken voor haar dood nam ze deel aan een demonstratie tegen de Amerikaanse inmenging in Guatemala.
Kahlo overleed in 1954, een week na haar 47e verjaardag. Ze liet een briefje achter met de tekst ‘Ik hoop dat het einde vrolijk is en hoop nooit meer terug te keren’. Vermoedelijk heeft zij zelfmoord gepleegd.
Werk
Het werk van Frida Kahlo karakteriseert zich door de vrolijke kleuren, die echter in contrast staan met een vervreemdende sfeer. Ze schuwde de controverse niet: in een schilderij ter nagedachtenis aan de actrice Dorothy Hale beeldde ze het moment van haar zelfmoord zeer grafisch af. In haar zelfportretten vallen vooral de doorgegroeide wenkbrauwen op, die zij zelf ook bezat. Zij schildert vanuit haar angst en eenzaamheid om haar pijn te overmeesteren. Kahlo heeft 143 schilderijen nagelaten, waarvan 55 zelfportretten. In 1953 had zij haar eerste solo-expositie in Mexico.